Wie – waar – hoe – waarom ?
Al de hele week laat volgende gedachte mij niet los : als 1/4 van de Vlamingen op het Vlaams Blok stemt, dan is het onwaarschijnlijk dat ik niemand van deze stemmers zou kennen.
Nu wordt er in mijn omgeving best wel open over politiek gepraat (veel rood en groen en nu en dan wat blauw), maar niemand, werkelijk niemand heeft zich tot het Vlaams Blok bekend.
Ik vermoed onder de (nieuwe) Vlaams Blokker enige schaamte, al klopt het wellicht dat eenmaal de stap gezet, een tweede stem voor hen gemakkelijker is gekleurd.
Volgende truuk was die van eliminatie. Tijdens de gesprekken probeerde ik na te gaan voor wie ze niét zouden stemmen. Het maakte mij niets wijzer.
Blijf ik dus bezorgd over dat vierde Vlaams Blokkers waarmee ik Vlaanderen deel. Eerste onderzoeksresultaten, oa van Peter Van Aelst (Antwerpen) leerde al dat het Blok verruimd is, dat het niet meer de klassieke foertstemmers zijn, noch een gefrustreerde laag.
Ook Jan Modaal ziet heil in het bruine goed.
Met andere woorden : ze geloven dat wanneer Filip en de zijnen het voor het zeggen zouden hebben ons land er beter, frisser en gelukkiger zou uitzien.
Nu kan ik dat best geloven van andere partijen waarvoor ik niet stem, dat daar ‘geluksboodschappen’ inzitten die mij niet onmiddellijk boeien. Maar het Blok ?
Een beter Vlaanderen waarvan het geluk gestoeld is op haat, discriminatie, eigenbelang ?
Gisteren nog zag ik Anke Vandermeersch op TV. Wat vrouwen in het blok, wat diplomatie, een paar goeie communicatoren en het Blok gaat nog vooruit.
Wat is de tegenstrategie ?