And if I die today I’ll be a happy phantom,

and I’ll go chasing the nuns out in the yard.

Tori Amos

Komt het door de lente, door de vakantiedagen, geen idee, feit is dat er ’s morgens twee routines in mijn ochtendritueel zijn geslopen.

Ik sta op en loop als een automatisme naar de toetsen. Ik zet het krukje op juiste hoogte, neem de partituur waar ik onbewust zin in heb en speel halfdronken van de slaap wat er op het blad staat. Soms lukt het, soms niet en dan kan ik in even onbewuste staat de stukken die niet lukken, tot tien, twintig keer overdoen om het toch maar goed te krijgen.

Of ik neem de laptop op mijn schoot en schrijf een verhaaltje, een stuk poëzie, schrijf wat verder aan het boek waaraan ik bezig ben, dit alles nog met slaap in de ogen.

Op weekdagen gaat dit net zolang door tot ik de klok dreigend zie kijken en nog net de douche haal. Het ontbijt moet er aan geloven. Niet erg gezond, vrees ik.

’s Avonds net hetzelfde. Ik kan het bed niet in zonder toch nog even ‘gespeeld’ te hebben of zonder nog wat geschreven te hebben. Het schrijven is evenzeer spelen, zeker als ik mij aan wat poëzie waag. Ik jongleer maar wat met woorden en zie soms de humor van hun toevallig samenspel.

Moet ik mij zorgen maken over mijn mentale toestand ?

Leuk is het anders wel.

Of zijn dit ziekteverschijnselen van iemand die met alle vezels naar vakantie reikhalst ?

Dit vind je misschien ook leuk...

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.