blogtalk
“Weet je wat je zou moeten doen met je blog, XML integreren, en dan gebruik je RSS-feed en ….”
Hij legde het uit en zijn toon werd steeds minder enthousiast. Ik vrees dat hij aan mijn gezicht zag dat er weinig beweging in mij kwam. “Waarom zou ik dat doen ?” zei ik. “Dan kan je ….”
Het werd het zoveelste gesprek waarin wij elkaar niet vinden. T. die de zoveelste keer zijn blog wil veranderen (waarom, denk ik dan ?), ik die de zoveelste keer zeg dat omdat iets mogelijk is het nog niet betekent dat je het moet doen.
Later op de avond : “ik wil je iets vragen, maar je mag niet beledigd zijn”. Ik dacht : hier komt het, maar lachte toen ik de vraag hoorde. “Waarom is je bureaublad (de achtergrond) nog altijd dezelfde ?”. Weerom een dovemansgesprek want ik had het klassieke antwoord al klaar : “waarom zou ik hem moeten veranderen als ik er tevreden over ben ?”.
Maakt dat van mij een oerconservatief mens ? Ik denk het niet. Heb ik een hekel aan techniek ? Zeer zeker niet. Het fascineert me zelfs. Ik veronderstel dat het een grondhouding is : het hoeft voor mij niet altijd beter, groter, technischer, vlugger. Als het werkt, is het al goed.
T. wil veel, heel veel. Hij is gretig en wil het allemaal tot zich nemen. Zonder mensen als hij zou de wereld vast trager lopen.
Gelukkig – ik voelde mij al een ‘seut’ – troostte B. mij met de gedachte dat de wereld zonder mensen als ‘kaat’ wellicht ook een stuk onrustiger zou zijn.
Wie weet. Laat T. mijn ritme maar versnellen en ik het zijne vertragen. Ik zal deze namiddag eens zien, naar al dat blogvernuft.