Kinderziekenhuis…
ik kan het al met mijn ogen dicht. Trappen op, naar rechts, weerom naar links, 180 draai naar de lift toe, links, links en plots waan je je in een totaal andere wereld op Gasthuisberg. Minder steriel, meer kleuren, meer chaos ook. De kinderafdeling van het UZ.
Keer op keer ben ik onder de indruk van de moed van dat jonge volkje, het positievisme, hun wondere kijk op een wereld die voor hen best wel avontuurlijk lijkt.
“Ik word anesthesist”, vertelde hij mij gisteren en toonde ook vol trots zijn laatste verzameling spuitjes. “Ik heb er hier 40 liggen, één speciale grote, en thuis nog zo’n kleine 200”.
Waarom wil je dat worden ?, vroeg ik, want ik kon mij voorstellen dat er leukere dingen in het ziekenhuis zijn.
“Die man is gewoon prachtig. Ik ben nu al 3 keer geopereerd en de laatste keer was er niet veel volk in de recovery. Die man is minstens een uur bij mij gebleven en we hebben over van alles gebabbeld.”
Ik wou dat de arts in kwestie wist wat een indruk hij had gemaakt.