pesten op het werk
Studiedag over pesten op het werk en hoe er aan preventie kan gewerkt worden. Sommige dingen waren evident : participatie, een eerlijk beleid, positieve feedback.
Andere zaken waren totaal niet evident. Het opstellen van een risico-analyse door een grondige audit te doen, wat mensen vinden van hun werkomgeving, collega’s, directie, enzovoort. Die audit zou dan nog intern moeten worden gedaan. Lees : collega organiseert dit.
Het lijkt mij een beetje de mest gaan opzoeken. Pesten werd ook steevast vervangen door ‘grensoverschrijdend ongewenst gedrag’. Nu zijn sommige grenzen duidelijk : je geeft de andere geen mep en je pikt zijn spullen niet.
Andere zaken waren al heel wat onduidelijker : al dan niet meevragen op café na het werk, het betrekken in de sociale kring, het kritiek hebben op andermans werk.
Een slechte interpreteerder kan veel als pestgedrag zien. Echte criteria waren er niet.
De spreekster had ervaring : hoor je beide kanten van het verhaal (in casus beide personen of groepen) dan is er meestal voor alletwee wel te zeggen, dan versta je het wel, wat nog niet betekent dat het goed is. Zoek niet naar de waarheid, onderstreepte ze herhaaldelijk.
“Wat met de rechten van de beklaagde ?” vroeg ik haar.
Zo goed als geen bleek.
Ik heb weinig geloof in implementatie van de wetgeving. Natuurlijk zijn er vormen van gedrag die sowieso niet kunnen.
Maar bij mij leeft de angst dat de meeste gebieden heel vaag zullen zijn, op interpretatie gestoeld en moeilijk te bewijzen of zelfs heel wederzijds.
Wanneer je dan van je bedrijf een rechtbank maakt – en dat is het toch uiteindelijk, wat ze ook zeggen – dan vrees ik dat de sfeer helemaal verzuurd is en weinig verzoening mogelijk. Terwijl dat juist de bedoeling is.