aardige kapitalisten
Merkwaardige en bangelijke vaststelling : heel wat vrienden van mij zeer waarlijke kapitalisten geworden. Ze zijn op en top bezig met geld. Ze doen hun (goedbetaalde) job en hebben een neus voor “dingen ter zijde” die goed betalen. Een kleine rekensom (mijn excuses !) leerde mij dat velen in uren minstens aan 1.3 voltijdse job komen.
Enerzijds bewondering, dat ook wel. Hoe ze het allemaal georganiseerd krijgen, hoe ze netwerken hebben die het werk (en het geld) laten vermenigvuldigen, hoe ze over de kennis beschikken om het geld optimaal te renderen en daar zo weinig mogelijk van naar de fiscus te laten gaan.
Anderzijds vind ik het ook beangstigend. Allemaal universitair opgeleid en navenant verdienend kunnen ze het toch niet zo slecht hebben ? Beangstigend ook omdat ik ze uit mijn studententijd ken als idealisten, linkse rakkers die het Cuba-communisme wel een goed hart toedroegen, die vrijwilligerswerk deden, die zich engageerden in 4de-wereldbewegingen.
En ik dan ? Als ik een uurtje met hen doorgebracht heb, leef ik in totale verwarring. Misschien ben ik wel gewoon een domme luiwammes. Dom omdat ik niet weet hoe je geld maakt. Dom omdat ik de gretigheid niet heb, ik heb de drive niet. Luiwammes ook omdat ik graag in de zetel zit met een goed boek, graag mijn stapschoenen aantrek en zomaar ga wandelen.
Maar toch kwelt het hoor : moet ik dat ook niet gaan doen ?
Beangstigend ook omdat het eigenlijk aardige mensen zijn. Het zijn ook geen egoïsten. Ze omringen zich gewoon graag met comfort en hun ideeën over wat ‘normaal’ is hebben geen enkel raakvlak met de realiteit.
Ze leven constant in en/en … in plaats van of/of.
Er bestaat dus zoiets als de gretige aardige kapitalist.