Uitputtingsslag
Het was een mentale en fysieke uitputtingsslag die ik na 20 minuten al verloor. Nu duren de meeste theaterstukken die ik gezien heb een dik uur, hooguit twee uur, al is dat zelden. Maar wat Proust betreft stond er al in niet mis te verstane letters dat het eind van de vertoning voorzien was om 22.40 u ! Reken dus maar uit : van 20 uur tot 22.40 !
De videokunst kon ik best smaken, al vroeg ik mij af of je daarvoor theater nodig had. Verder werd er ontzettend veel verteld, meer dan gespeeld. Verteld dus : ellenlange zinnen à la Proust, in Latijnse zinsconstructies met oneindig veel lijkende nevenschikkingen, onderschikkingen en bijwoordelijke bepalingen. Tel daarbij het gebrek aan drama en de veel te warme stadsschouwburg en ondergetekende viel na 20 minuten al in slaap.
Mijn theatergenootje hield het langer vol, maar ook hij kon het knikkebollen niet weerstaan en zakte plots fysiek in elkaar.
In de lounge ontmoette ik nog een tiental kennissen die mij in volle eerlijkheid vertelden dat ze ook in slaap gevallen waren. Na een veel te lang eerste deel hoopte ik dat de suiker in de cola mij het tweede deel zou wakker houden. Het begon goed, ogen en oren open en ja hoor, er was eindelijk een beetje dramatiek.
Minder video, zelfs een beetje intrige.
Ik was ondertussen echter zo ver heen dat mijn aandacht werd afgeleid … door de enkele andere slachtoffers in de zaal : mensen die ook weggezakt waren, sommigen die in alle stilte voor het eind van de vertoning weg muisden.
Was Proust I dan zo slecht ? Het was lang. Het was warm. Het was Proust.
En misschien, dacht ik, moet je Proust laten waar hij is. In de lome zomers van Combrai, huizend in zijn hersenspinsels onder een tijdloze zon en bovenal in een boek. Veel dramatiek en beweging in Proust steken zou inderdaad het boek oneer aandoen zijn, wat meteen in de vraag resulteert of Proust wel goed is voor theater.
Vandaag dus al de hele dag op zoek naar de verloren tijd van gisteravond ,-) !