elf minuten
Vriendin W. heeft zonder het zelf te beslissen een antwoord gegeven op mijn boekenprobleem (lees het hebben van teveel boeken)
Groot in zijn eenvoud : weggeven.
Vorige week bracht ze een boek mee en zei lachend : maar ik heb het al gelezen hoor.
Ergens in het boek zat een stukje papier, een kleine reclamefolder.
Niet toevallig, bleek.
Ik las het door haar aangeduide stuk en kreeg het warm van binnen. Warm omdat ik de context begreep waarom zij mij juist dat stuk liet lezen. Warm ook omdat sommige schrijvers het zo goed weten te formuleren dat het regelrecht naar je hart gaat.
Het boek krijgt meteen twee verhalen : het verhaal van de auteur en het verhaal van vriendin W. met het boek.
We lieten H., de enige man in het gezelschap, het stuk lezen.
“En ?” keek ik hem aan.
(Eigenlijk wou ik zeggen : krijg je het er ook zo warm van van binnen ?)
Hij las en zei zoiets als ‘dat zijn woorden’. (hoor : ik krijg het daar niet warm van).
Wie was het nu ook al weer die schreef dat mannen van Mars kwamen en vrouwen van Venus ?