Ik kan er weer tegen
Nou kan je er weer goed tegenaan hé ? lacht mijn trainer mij toe wanneer ik roodaangelopen na een uur looptraining afscheid neem.
Maar het zijn toch dolle hondsdagen, zo vreselijk warm buiten, opper ik nog.
Hij heeft geen medelijden, hij glimlacht alleen.
Ik krijg zelfs geen goedkeuring bij het tonen van zoveel liters zweet.
Terwijl ik me naar de kleedkamer begeef bedenk ik : hij heeft gelijk. Hoe meer ik loop, hoe minder moe ik ben.
Hoe harder ik train, hoe meer zin ik er in heb.
Hoe meer energie er door mijn lijf stroomt.
Ja, ik kan er weer tegen.
Heimlijk vraag ik mij zelfs af wanneer ik weer mijn eerste wedstrijd kan lopen.