It’s a beautifull day !!!
…maar het was niet zo’n mooie nacht. Er zijn een aantal zaken die op termijn misschien problematisch kunnen worden : ik eet te weinig (geen honger) en ik slaap te weinig (wel moe maar na een uur of 4 is het altijd gedaan). Tenslotte heb ik de indruk dat ik hier te weinig sport, iets wat natuurlijk moeilijk is in een land dat zo heet en vochtig is, maar ik voel dat mijn hart er naar uit ziet om nog eens op volle kracht te werken. Gelukkig is daar een oplossing voor (zie verder).
Deze morgen naar Ubud en het dorp leek in de verste verte niet op hetgeen ik gezien heb met de Nederlandse kennissen zaterdag zodat ik wel moet besluiten dat we er gewoonweg niet geweest zijn.
Is Kuta een stadje vol prullaria, hier heeft het toerisme een heel ander effect gehad. De locale kunstnijverheid wordt aangemoedigd en ook het behoud van de lokale cultuur. Ubud is in zekere zin strenger dan Kuta, dat merk je in tal van voorschriften, maar Kuta is dan ook Bali niet.
Het is een prachtig (kunstenaars-)dorp te midden rijstvelden. Een wandeling in Ubud betekent meteen ook een flinke inspanning, want de heuvels zijn nogal steil.
De rit ernaartoe was eigenlijk een behoorlijk avontuur, want mijn busje stopte echt in the middle of nowhere (en dus zeker niet in het centrum) en voor ik al goed kon vragen aan de chauffeur waar en wanneer hij mij terug zou oppikken bleek dat hij dat helemaal niet zou doen. Nu was dat op zich geen probleem, in het ergste geval zou ik wel een overnachting kunnen vinden in Ubud zelfs zonder bagage (geld is nog altijd de sleutel) maar op dat eigenste moment wist ik zelfs helemaal niet waar ik was, ik was gewoon op een baan afgezet. Gelukkig zijn de Balinezen altijd tot hulp bereid en bracht een vriendelijke jongeman mij naar een ander shuttle-office al waar ik blijkbaar de terugtocht moest boeken. Vervolgens deed ik iets behoorlijk doms : ik nam de taxi naar Ubud zonder mij te vergewissen waar die pick-up plaats eigenlijk was. Ik dacht verkeerdelijk dat ik het wel allemaal zou onthouden ;maar zo’n auto rijdt nogal kris kras langs allerlei kleine wegen. Op dat moment had ik het trouwens nog niet door.
Ik bezocht het stadje en enkele tempels en zeeeeer leuke cafeetjes. Tenslotte kocht ik ook een ticket voor het Monkey Forrest, een bos waar het krioelt van de bavianen en makakken en waar ook tempels zijn. Bij de tempel van de dood was een crematie bezig : er zaten vele mensen rond het vuur en ik moest even glimlachen toen ik zag dat ze een gasbrander gebruikten bij de crematie. Ondertussen liepen die apen echt wel overal door, eentje had trouwens zijn oog op mij laten vallen en ik kon hem maar met moeite afscheppen.
En toen sloeg de paniek : ik wist niet alleen niet waar mijn opstapplaats was (buiten het dorp) maar ik vond ook mijn voucher niet. Die had ik nog aan een taxi kunnen tonen, maar zeggen dat je naar een opstapplaats wil is behoorlijk dom als je bedenkt dat er ongeveer om de 20 huizen zo’n kantoortje is (wat nog niet betekent dat het ook opstapplaatsen zijn). Hoe dan ook, ik heb het op goed geluk gevonden en toen de brave man al zijn kopievouchers bovenhaalde en ik mijn studentenkaart als bewijs van identiteit wou uithalen (dat ik het wel degelijk was die betaald had) kwam daar naar boven : de voucher ! De man kwan niet bij van het lachen en zei terloops dat hij mij zo ook wel zonder voucher had meegenomen naar Kuta, hij had tenslotte nog een dubbeltje.
De terugreis (van meer dan een uur) was een zaligheid omdat het op een paar mensen na allemaal individuele backpackers waren. Ze kwamen werkelijk van alle mogelijke landstreken en de vraag die je altijd onmiddelijk bij hen (of bij de Balinezen) hoort is : where are you from ? De tweede is dan : where are you staying, de derde is How long have you been staying in Bali en de vierde is How long will you be staying in Bali ?
Ik zat bij een zalige Australier van midden dertig of misschien zelfs veertig die hier al vele jaren kwam en nu van Java kwam. Hij had een andere jonge man leren kennen, een Oostenrijker. Een Australischer surfer is niet klein te krijgen van een aanslag zei hij, dat soort volk blijft komen, en toen vertelde hij mij allerlei horrorverhalen over wat mensen allemaal konden voorhebben tijdens het surfen, zoals te pletter vallen op een koraalrif en je hele gezicht scheuren. Verder vertelde hij ook nog een verhaal dat ik al nog gehoord had : dat de kans dat je door een haai gekwetst wordt kleiner is dan dat je sterft door een kokosnoot. Dat er (vooral vroeger) veel doden vielen door die kokosnoten heb ik echt nog gehoord. Als zo’n noot van tien meter hoog op je kop valt kan je het inderdaad wel vergeten (laat de fysici maar rekenen !!!!) Als gevolg hiervan komen bepaalde kokosbomen niet meer voor omdat ze niet meer geplant mogen worden : zo’n boom mag nu hooguit 4 meter worden en hiervoor komen maar een paar soorten in aanmerking. Misschien is het een indianenverhaal, maar ik heb het echt nog ergens gehoord.
Hoe dan ook, het was en is pure verbroedering onder de backpackers !!!
Stiekem begin ik trouwens al te denken aan een volgende bestemming : China staat nog altijd op mijn lijstje maar dat zal bijlange niet zo vlot gaan als hier !
Morgen cruise naar Lembonga (zie voor meer info blog van enkele dagen geleden) en overmorgen dagtrip naar oa Lovina en de rest moet ik nog een beetje plannen. Een rafting zie ik ook wel zitten en ik denk dat mijn hart dat ook wel wil. Het moet niet allemaal cultuur zijn !!!
Dat hartje is trouwens ook heel erg blij en verwarmd door al de lieve mailtjes dat het hier krijgt van zusje en nichtjes en ook L’je is in zijn literaire pen gekropen. Het SMS-en lijkt ook goed te werken (en dat aan 0.30 euro !!!)
Kortom, ik ben hier nog altijd dik content, ook met jullie !!!!