Spreken over religie is gevaarlijk
De oogst van een paar daagjes ziek zijn : ik weet nu wie Martha Stewart is en zie er naar uit haar citroensoufflé te maken, ik heb Oprah gezien en het boek ‘Mijn Vrijheid’ van Ayaan Hirsi Ali is uit.
Ik heb het boek in één ruk uitgelezen. Het eerste deel vertelt over de culturen van de verschillende landen waarin ze woonde : Somalië, Saudi-Arabië en Kenia. Ze probeert het te vertellen vanuit de visie die ze toen had op dingen. Zo werd ze herhaaldelijk geslagen en vastgebonden door haar moeder, werd ze – tegen de zin van ahar vader in – besneden en zag ze hoe haar broer, als enig mannelijk lid van het gezin (vader was weg) niets moest doen en veel meer te zeggen had.
Ze leert christenen kennen en ze gaat naar debatten van De moslimbroederschap die predikt tegen al wat en wie niet moslim is en waar gehamerd wordt op de gedragscode van vrouwen, wat samengevat kan worden als ‘onderwerping’ aan de man.
Ayaan is kritisch maar wil toch een goede moslima zijn: niet uitdagen, geen dingen doen die verboden zijn. Door haar contact met christenen op de middelbare school en Anglisaksische literatuur leert ze echter dat er ook een andere wereld is : die van de romantische liefde (ipv de uithuwelijking), een wereld van democratie en een wereld waar genieten mag : ook van je vrouw-zijn en je seksualiteit.
Wanneer ze, om een geregeld huwelijk te vermijden, in Nederland asiel krijgt is ze verwonderd dat het daar allemaal zo goed draait. Dat er mensen zijn die je helpen, dat ze aardig zijn en dat ze – ondanks het feit dat ze zowat alles doen wat niet mag van de islam – toch niet in chaos leven en de hellepoorten niet openstaan. Ze is verwonderd dat, wanneer ze voor het eerst zonder hoofddoek rondloopt, dat mannen haar nauwelijks zien en gewoon verder doen met wat ze bezig zijn.
Via hard werken en studie kan ze werken voor een denktank waar ze zich aanvankelijk voornamelijk met migratie en integratie bezig houdt. Langzaam stelt ze vragen bij haar eigen religie en cultuur. Die kritische zin kost haar familiebanden en uitstoting. Ze stelt de islam verantwoordelijk voor heel wat onrecht en vindt dat Nederlanders er te gemakkelijk mee omgaan en liever het potje gedekt houden.
Het is het jaar van 11 september in NY en ze gelooft niet wat ze hoort als Nederlandse vooraanstaanden wijzen op socio-economische en politieke motieven en zwijgen over de islam. Haar bestaan wordt bedreigd. Theo van Gogh wordt vermoord.
Het boek heeft mij dagen in de ban gehad. Religie is één van mijn studiegebieden maar ik ben – net bijna iedereen wellicht – opgevoed en doordrongen van de gedachte dat je respect moet hebben voor elke religie. Ik geloof dat trouwens nog steeds. De vele boeken die ik gelezen heb hebben mij ook geleerd dat religie een zeer moeilijk begrip is : verweven met cultuur en tradities, interpretaties, en bijna altijd met duizend gezichten.
Ik heb geen enkele zin om iets van dat respect af te doen.
Maar het boek onderstreepte voor mij wel het volgende : respect voor iemands religie betekent niet kritiekloos zijn. In het Westen is dat voor de eigen religie heel aanvaard. Je kan christen zijn en openlijk tegen de Kerk of de paus pleiten. Niemand zal dat raar vinden. Niemand verdedigt nog de kruistochten en iedereen geeft toe dat er in naam van het christendom veel onrecht is gebeurd.
Maar over andermans religie ? Ik vind het moeilijk om er iets over te zeggen. Omwille van het respect en de veelomvattendheid van het begrip.
En toch, enige kritische zin, zou dat niet mogen ?