Overmoed
Soms denk ik dat ik helemaal niet goed ben met kinderen. Kleintjes, tot daar aan toe, maar tieners met uitgesproken meningen en sterke wil waar je wel heel erg verantwoordelijk voor bent, dat is nog iets anders dan pakweg een groep jongeren begeleiden. Professioneel ben ik immers ook met tieners bezig, maar die moeten mijn gezicht nog maar zien en zij zien bovenal mijn functie. Zij weten wat ze van mij mogen verwachten. Grenzen gedefinieerd, aan beide kanten.
Hoe dan ook, ik dacht dat “samen sporten” wel eens een goede activiteit kon zijn. “De meisjes” samen op de aerobics. Het is alweer maanden geleden dat ik het gedaan heb, maar jarenlange ervaring deed mij in overmoed beslissen dat het wel van zelf zou gaan. Tenslotte komen dezelfde passen altijd terug én wist ik nog de meeste namen. Chassé, slide, mambo, niks aan, dacht ik.
Pedagogisch als ik wilde zijn, vertelde ik L. dat ze zich niet moest forceren en zich vooral niets mocht aantrekken als ze een aantal passen niet kon. Het was tenslotte haar eerste keer. “En als je voelt dat je moe wordt of je hart heel erg te keer gaat, dan ga je maar op het bankje zitten.” zei ik nog. Ze knikte.
Met grote concentratie en vol zelfvertrouwen stond ze vooraan in de spiegelzaal, vol aandacht naar de aanwijzingen van de aerobicsleerkracht. Hup omhoog, springen, stappen, het lukte allemaal. Ik hield ze in het oog omdat ik nog altijd schrik had dat ze zich zou forceren. Na een half uurtje – pauze van 1 minuut ! – zag ik echter rood als een kreeft en waren mijn haren nat van het zweet. Je kon mijn hart onder mijn T-shirt zien pompen.
“Wil je even gaan zitten ?” zei ze, zonder bijbedoelingen.