Komaf maken met de ander
Nu en dan zie ik hoe leerlingen elkaar verschrikkelijke dingen aandoen. Pesten heet “sytematisch” te zijn, maar soms hoeft het maar één voorval te zijn dat je leven op school voorlopig tot hel maakt.
Zo hoorde ik onlangs een jongen luidop roepen naar een klasgenoot dat die dringend naar een plastisch chirurg moest, ‘Jouw borsten trekken op niets’. Sommigen giechelden, anderen durfden uit plaatsvervangende schaamte niet eens opkijken.
“Grapje !” riep de jongen in kwestie. Niets aan de hand dus in zijn ogen.
Lang leve de vrije meningsuiting !
Cyberpesten blijkt te groeien. Roddelen via msn over klasgenoten. Maar ook websites maar bewerkte foto’s en niet al te flatterende tekst.
Pamfletten uitdelen waarbij een bepaalde leerling belachelijk wordt gemaakt.
Alle bovenstaande voorvallen heb ik meegemaakt.
Gebeurde dit in een omgeving van volwassenen, dan werd er meteen ‘een zaak’ van gemaakt. Laster, eerroof.
Nu wordt het binnenshuis opgelost. Als het al opgelost kan raken. Het is immers gebeurd en niets kan de tijd terugdraaien. De vraag naar ‘in hoeverre verantwoordelijke’, ‘in hoeverre beseft hij/zij…’ wordt altijd gesteld.
Ouders wijzen naar leerkrachten. Alsof zij wondermiddelen hebben. Alsof zij erbij zijn als ze thuis dergelijke sites en pamfletten maken. Alsof zij hun kinderen beter kennen (alhoewel….) dan zijzelf.
We zijn allen verantwoordelijk. We kunnen en mogen het niet tolereren dat andere mensen fysiek, verbaal, of op welke wijze ook, ‘afgemaakt’ worden.
In concreto gebeurt er met ‘de dader’ echter weinig. Een fikse preek, soms enkele dagen uitsluiting. Soms doet dit zijn imago juist nog meer goed.
Ik geloof niet in een strafcultuur, maar wel een verantwoordelijkheidscultuur.
Meestal weet ik dat echter niet te vertalen. Meestal verandert er niets essentieels.
Iedereen vindt het erg en jammer.
Maar niets verandert.