De paranoia van de ophokplicht

Voor H.


Onlangs kreeg mijn liefje een brief van de stad waarin hij verzocht werd te melden over hoeveel gevogelte hij beschikte en het ging niet over het aantal kippenfiletjes in onze diepvries. Het was een brief zonder bestemmeling, dus wellicht gewoon ‘aan alle inwoners’.

Omdat we ooit dreigden overbevolkt te worden door een al te grote voortplantingsdrift van onze haan met harem, hebben we er een paar maanden geleden perk en paal aan gezet. Allemaal de pot in. Niet de onze pot, daar hadden we het hart niet voor.

Allemaal, behalve oma-depri-kip. Oma-depri-kip is onze oudste kip. Ze stamt ‘uit den beginne’, toen we maar twee kippen hadden. Vriendlief bracht nieuwe kippen mee en sedertdien is het begonnen : de haan keurde haar geen blik meer waardig en het vrouwelijk gezelschap kieperde haar zowaar uit het kippenhok. Fier als ze toen nog was is ze het afgestapt en is ze – raar maar waar – bij ons nog resterend konijn gaan wonen. Ze bouwde er uit pure ellende een nestje en doet niet anders meer dan broeden. Schijnbare zwangerschap (nou ja) en depressie. Ze kwam het konijnenhok niet meer uit. Zichzelf opgehokt dus. Zelfgekozen isolement.

Niemand weet van haar bestaan af behalve Konijn en we denken er niet aan om de gemeente in te lichten. De ophokplicht zorgde immers al voor de meest bizarre praktijken.
In ons landelijk dorpje waar we zo goed als van criminaliteit zijn verstoken, patrouilleert nu politie om te zien of de slechterikken wel opgesloten zitten . De kippen dus. Nalatige buren gaan over de tong (“hij heeft z’n kippen nu nog niet achter slot”) en de weelderige tuincentra ons dorp rijk, verkopen massaal veel zeilen en afspanningen. Sociale controle alom. Om de kippen dus.

Gisteren wandelden we in het park alwaar de eenden, zwanen en allerlei gevogelte, zich van geen kwaad bewust was. Het stadsparkje (ons dorp is een park op zich, dus we waren ‘op den buiten’) had voor de stedelingen zelfs een plekje vrij voor kippen. Voor stadsmensen exotisch natuurlijk. Geen ophokplicht daar. Geen eenden die werden gevangen, geen patrouillerende mannen in uniform. Een stadspark met vijver zonder zwanen, dat kan toch niet ? Andere plaatsen andere regels.

Ondertussen hoor ik onze buurman fluiten naar zijn duiven. Ze hebben er hun kilometers weer opzitten. Het is hun job, een soort handelsreizigers die de ene na de andere stad aandoen, of truckers, die hun waar van de ene plaats naar de andere brengen.
Zoals bijvoorbeeld een mogelijke vogelgriep.

Andere beesten, andere regels. Deze diertjes zijn immers menig mans best friend. Van alle vogels komen zij het meeste in contact met andere dieren overal, én met de mens. Maar vrijgeleide voor deze dieren, geen douanecontrole en geen ophokplicht.

Vreemde logica, die ophokplicht.

Dit vind je misschien ook leuk...

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.