verschillende waarden
Weerom het zoveelste gesprek over werkdruk. Dat ik teveel werk. Dat ik daar op bepaalde momenten wel de prijs voor betaal. Dat ik de drukte misschien nodig heb.
Ik: dat ik mij geen leven kan voorstellen in de keuken tussen de kids. Dat ik uitdaging nodig heb. Dat ik misschien wel teveel werk, ja.
Hij werkt minder, merkelijk minder. Werkt misschien wel als noodzakelijk kwaad. Het is niet zo belangrijk voor hem.
Waarom werkt een mens ? De vraag deint al zo’n 24 uur door mijn hoofd. Veel mensen werken voor hun brood, ik niet. Ik bedoel maar, zou ik de spreekwoordelijke Lotto winnen, dan zou ik wellicht nog willen (gaan) werken. Minder waarschijnlijk, maar toch…
Meer dan de helft van mijn leven heb ik op katholieke scholen doorgebracht. Het meeste daarvan bij strenge zusters. Tel daar West-Vlaanderen bij en je weet : de werk-ethos is er met de paplepel ingegoten. Wie niet werkt, geen eten. Zoiets herinner ik mij gelezen te hebben als opschrift, een bijbelcitaat denk ik.
Mijn omgeving is in twee kampen verdeeld. Zij die vinden dat werken een onwaarde is, dat je gewoon je job goed moet doen om geld te verdienen maar niets meer. Dat werken je leven aantast, vermindert in kwaliteit. Dat je moet genieten van het leven. Er zijn extreme vormen in mijn omgeving, van het oprecht sober leven om minder te moeten werken (wat ik ten zeerste respecteer) als het niet willen werken en teren op ons sociaal systeem.
Het andere kamp : dat je veel moet werken, dat je je talenten moet ontplooien, dat je ambitie moet hebben, dat je niet mag stilstaan. Dat je de maatschappij iets verplicht bent. De maatschappij én jezelf. Dat niet werken onethisch is. Dat je blij mag zijn dat je werk hebt : dat je zo niet profiteert van een systeem en meteen ook meebouwt aan een (betere ?) maatschappij.
Ik ben gisteren zwaar onder vuur genomen.
Ik zit in het midden van twee kampen. Jammer dat mijn geliefden mij zo onder druk zetten, alsof ik mij voortdurend moet verantwoorden. Mijn schuldig voelen als ik wel werk, en al evengoed schuldig voelen als ik niet werk.
Voorlopig blijf ik werken.
En evenwicht zoeken, hoe moeilijk ook.
Kaat, je zegt: “Wie niet werkt, geen eten. Zoiets herinner ik mij gelezen te hebben als opschrift, een bijbelcitaat denk ik.”
Inderdaad, de tweede brief van Paulus aan de Tessalonicenzen: “Want ook toen wij bij u waren, bevalen wij u dit: Wil iemand niet werken, dan zal hij ook niet eten.” (2Tess. 3:10)
Ik meen me echter te herinneren dat het ook een motto van de nazi’s was, aangebracht boven de poorten van de kampen waar dwangarbeid werd verricht: “Ohne Arbeit, kein Essen”.
Deze reactie is verwijderd door een blogbeheerder.
Ik werk samen met enkele Oost-Europeanen die in de laatste jaren van het Sovjetregime opgegroeid zijn – waar er toen nog amper gewerkt werd na het mislukken van het communistisch experiment. Werkethos wordt daar heel anders verstaan. Ik krijg telkens te horen van hen dat als er één ding is dat hen opvalt aan de Vlamingen, het is dat ze ZO hard werken. Hm?
Iedereen zoekt daarin inderdaad zijn of haar eigen evenwicht. Andere mensen hebben andere dingen nodig om gelukkig te zijn: laat je dus niks opdringen door je omgeving!
Succes met het vinden van jouw evenwichtpunt!