het rekbare lichaam
Terug van een weekendje zee. De redenering was : laat ons maar meteen voelen dat het vakantie is en weg van de drukte van het werk, laat zee ons maar flink door elkaar schudden…
Het was buiten de vermoeidheid gerekend. Het was buiten het geheugen gerekend, want nu er eindelijk tijd was herinnerde ik mij plots weer allerlei ‘dat mag ik niet vergeten dingen’ op het weekend.
Het vermoeide lichaam eiste het weekend op. Ik wou het niet verpesten voor de anderen en wandelde mee de 13 km, was evengoed op om acht uur. Het eigenaardige is dat het lichaam rekbaar is. Ondanks de sterke waarschuwing dat het vrijdagavond al ver boven z’n grenzen zat kon dit weekend – dat ontspannend moest zijn – er nog bij.
Maar vandaag, maandag dus, lijk ik als een pudding in elkaar te vallen.
Omdat het vakantie is, natuurlijk. Was het vandaag een gewone werkdag, dan zou dat lichaam zich laten rekken, gegarandeerd. Dan zou ik gewoon kunnen doorwerken, met de nodige stress, maar net die stress zou mij op de been houden.
Daar gaat de vakantie, dacht ik deze morgen. Ik word uitgesteld ziek. Ben uitgeteld.
De zon begroet mij vriendelijk en nodigt mij uit volop te genieten.
Hoe rekbaar zou ik nog zijn ?