bouwperikelen
Gelukkig kan ik er vrede mee nemen : onze boerderijtje wordt een project van jaren. Alle structurele werken zijn al achter de rug. Maar de afwerking laat nog even op zich wachten. Zo zijn de muren nog altijd pleisterwit. Ach, wat geeft het ? Met zo’n weer moet je buiten zijn !
Gisteren trok ik aan de mouw van manlief. Ik wou de helft van de schuur afschermen. Die staat nog vol (bouw-)rommel en ik vond het geen zicht. Alles in één keer opruimen heeft geen zin, want we hebben nog materiaal nodig en ander materiaal is zeer gegeerd : zoals volle zakken kolen bijvoorbeeld, toen het huis in vervlogen tijden nog op steenkool verwarmd werd.
Maar hoe scherm je nu een half-op halve schuur af ?
Ik reed naar één van de vele tuincentra hier in de buurt en kwam met verschillende oplossingen : een houten rastering, een wilgenrastering enzovoort. Manlief was totaal niet enthousiast. Erg warm liep ik ook niet voor deze oplossing, omdat onze schuur heel hoog is en de ‘camoufleer-actie’ maar van tijdelijke aard is. Dus we gaan niet boren of metsen.
Dan maar een groene oplossing : we zetten grote bakken met bamboe. Gelukkig ging manlief nu wel mee. Een grote bloembak kostte rond de 50 euro en we hadden er minstens 6 nodig. Bamboe, iets groter dan een meter koste rond de 45 euro. Ik hoefde geen rekenmachientje om te zien dat dit – voor een voorlopige oplossing – veel te duur (€ 570) zou worden.
Gelukkig kwam het liefje met een grappig maar zeer goed idee : als we nu eens ‘metserskuipen’ kochten. Geen idee wat dat was, maar hij toonde mij grote zwarte kuipen waar naar verluidt metsers hun mortel in maken. 8 euro het stuk. “En ik bezorg je wel de bamboe”.
Thuis gekomen verdween hij in de languitgerekte tuin en kwam er een uurtje later weer uit met een immense bamboe. Die deelde hij netjes in 5 en plantte die vervolgens in de metserskuipen.
De bamboe’s zijn alle groter dan wijzelf. Goed gedaan liefje !
Ondertussen werkte ik verder aan de tuinkamer. De stoelen waren ondertussen gearriveerd. Ik had nog een grote oude kleerkast met ovalen spiegel die daar best zou passen. We zouden ons tuingerief er kunnen inzetten en de spiegel zou het licht reflecteren. Het werd een ware spieroefening, want die stukken wogen ! De kast was ooit met de hand gemaakt, want de binnenkant kon je de potloodlijnen van de schrijnwerker zien. Oef ! Die stond vast.
In één van de stalingen vond ik nog een oud mariabeeldje/kapelletje. Wat moest ik daarmee ? In de verte hoorde ik de ‘Grote Trek’ passeren (we wonen dicht bij Scherpenheuvel !) en dacht : we zullen dit maar aan één van de stallingen hangen, dan houden we de lokale traditie in ere !
Nog niet genoeg gewerkt dacht ik, en nam nog eens de voortuin onder handen. Voor het eerst heb ik onkruidverdelger gebruikt. Niet voor ons tuintje zelf, maar wel voor de strook weg tussen ons voortuintje en het fietspad. Daar groeien de paardenbloemen weelderig en durft er al eens een distel de kop op steken. Ik geef toe dat ik mij wat schuldig voelde : aan de ene kant de door mij geplante plantjes die mochten blijven ‘leven’ en aan de andere kant de dood voor wie ongewenst het pad bevolkte.
En dat voor een dame zonder groene vingers !
Hieronder een foto van hoe de schuur er uitzag bij de boer. Ik hoop gauw foto’s van ‘nu’ te kunnen plaatsen. (Maar nu is het te donker ! half elf !)
Liefjes commentaar op deze foto : “straks denken de mensen dat we in de Borinage wonen”.
Eu ?
Ben heel benieuwd naar het nu…