De horribele dag op de vakantie
Het eerste wat mij opviel – ik kijk naar kerken, daken en architectuur – was de Pottenschijter in Geertruidenberg. Het had een teken aan de wand moeten zijn, een voorspelling, zoals hij daar zit : onbeschaamd, vanuit de hoogte ongeneerd op zijn pot zijn gevoeg te doen. Hij kan doorgaan voor patroonheilige voor de vakantiedag die ik vandaag had. “Het kan geen 9 weken dolle pret zijn”, moet iemand daarboven hebben gedacht. En dat alles terwijl ik gekozen had voor een “landelijke camping”, “vol rust en natuur”, waar “gemoedelijkheid troef is”.
Deze morgen begon het nochtans goed. Schitterend weer en een stilte die ik lang niet gehoord heb. Het zicht op de akkers en in de verte de klokkentoren die om het halfuur beiaardgewijs een liedje dreunde dat mij herinnerde aan mijn veel te katholieke jeugdjaren in het pensionaat. Maar goed : zon in het oosten, de dauw op mijn tarp, de stilte en de rust als een veilig deken om me heen.Het naderde allemaal toch een beetje paradise lost.
Ik had de voorbije nacht zo goed als niet geslapen en zou deze dag doorbrengen met een goed (digitaal) boek.Tussendoor in slaap vallen leek mij gepermiteerd in dit paradijs.
De familie Flodder
Tot er een auto kwam die zich gevaarlijk dichtbij mijn tent parkeerde. Mensen werden uitgebraakt, vol met zakken eten en bakken Heineken. Nog een auto en al evenzo. Of ze kwamen kamperen was mij allesbehalve duidelijk, dat ze geen rustige bedoelingen hadden des te meer. Ze bleven komen en blijkbaar stond ik volgens hen “op hun terrein”, maar omdat de boerin des campings mij deze plaats had toegewezen was ik mij van geen kwaad bewust.Vijf minuten later stonden ze nog net niet in mijn tent, want ze waren met velen en ze maakten ruzie en grappen en grappen die ruzie werden en vice versa. Een man in korte broek met benen vol tatoos keek me aan.Ik kon enkel antwoorden met een waterig glimlachje.
Hollandse directheid
Het slaapgebrek had een aanslag op mijn zenuwen gepleegd en bij iedere scheldtriade van familie Flodder pompte mijn hart nets iets harder. In gedachten zag ik al een kampeeroorlog uitbreken. Hen aanspreken was weinig zinvol : dit was voorbereid, de gasten waren uitgenodigd. Ik was het probleem, niet zij.
Ik stapte schuchter naar de boerin en vroeg hoelang ze zouden blijven. Ik zou wel verhuizen. “Kom, we gaan het meteen vragen”, zei ze met Hollandse directheid. “Hoe lang blijven jullie ?” “We houden feeeest”, was het antwoord en er is toch plaaaa” Maar de boerin liet ze niet uitspreken en wendde zich tot mij “alleen vandaag dus”.
De man met de korte broek keek me strak en vernietigend aan. “Klikspaan, truut”, hoorde ik hem in mijn fantasie zeggen en had hij het woord gekend “Territoriuminbreekster”. Maar dit was mijn fantasie. Hij zei niets. Zijn lichaamstaal was genoeg.
Op de vlucht
UIteindelijk ben ik vertrokken, ook al regende het en wist in niet waarheen. Desnoods ergens in de auto een boekje lezen.
= wordt vervolgd !
PS : tot overmaat van ramp werkt ook het internet maar zeer wisselvallig.
2 reacties
[…] Kamperen bij de boer met een bezoek van de familie Flodder […]
[…] love, inderdaad. Ik koos voor een minicamping bij een boer. Dat was mij vorig jaar ook bevallen (op de familie Flodder na) en ik hou van het landelijke. Liever geen campings met tropische zwembaden … Ik word […]