De keerzijde van productiviteit en efficiëntie
Toen ik een jaar of achttien was moesten we ons verbeelden hoe we zouden willen zijn als we oud waren. Ik herinner me dat ik vol overtuiging schreef : ’tot op de draad versleten’. Daar bedoelde ik niet het fysiek ongemak mee dat wel eens komt kijken als je ouder bent, maar wel de gedachte van alles eruit halen wat er in zit.
Die gedachte heeft me nooit verlaten. Geboren in West-Vlaamse klei met een overgrote portie arbeidsethos kon de lat niet hoog genoeg. Twintig jaar geleden las ik al boeken over time-management, in de onnozele gedachte dat er wel tijd genoeg was voor alles wat ik wou als ik mij tenminste maar goed organiseerde.
Een collega noemde mij ooit een pitbull, “als gij er uw tanden in zet, dan laat gij dat niet meer los”. Het kwam mij over als een dubbele boodschap. Pitbulls lijken mij allesbehalve sympathiek.
Tot ik dit las :
Een pitbull is een werkpaard als geen ander en wordt pas echt moe na 12 uur. Dus voor de mensen die denken dat je een groot rondje heb gelopen, het kan niet groot genoeg zijn. Een pitbull is een opgewekt en erg gehoorzaam maar ook erg intelligent. Hij is alert en leert snel de eigenschappen als betrouwbaar en mensvriendelijkheid. Hij is erg kindvriendelijk en heeft een hoge pijn grens dus kinderen kunnen hem niet heel snel pijn doen. Je mag pas vanaf 2 jaar echt gaan trainen, dus laten rennen tot hij er bij neer valt. Een pitbull is niet voor de thuiszitters bedoeld. Als je dit wel doet is de kans groot dat hij uit vervelling gaat slopen. Het is hond die echt zijn energie kwijt moet. Het zijn zenuwachtige beestjes ze kunnen niet echt goed tegen stilzitten. Ze hebben een hoop beweging nodig om al zijn zenuwen en energieën kwijt te kunnen.
Nooit gedacht dat ik zo op een hond leek. “Het kan niet groot genoeg zijn”, “Laten rennen tot hij er bij neervalt”, “stilzitten : je loopt de kans dat hij uit verveling gaat slopen”, enzovoort enzovoort.
Van een andere collega hoorde ik dan weer dat het niet altijd groepsbevorderend is om de lat zo hoog te leggen. Op café kon ik met collega’s blijven doorpraten over het werk, wat er op neer kwam dat ik gewoon doorwerkte in plaats van te genieten van het eind van werkweek en werk, gewoon werk laat zijn.
De nadruk op efficiëntie en productiviteit maakt mij bij tijden ongeduldig, zowel tegenover mezelf als tegenover anderen. Ik kan zo ongeduldig worden dat ik het werk maar overneem, ‘dan is het wel vlug gedaan’. Vergaderingen die niet efficiënt gebeuren maar waar vooral veel geleuterd wordt, zijn ware martelgangen voor mij. Het ergste wat mij ooit is overkomen is dat ik een hele dag moest surveilleren op leerlingen die er niet waren. De existentiële crisis ging er diep in.
Al die nadruk op efficiëntie en productiviteit maakt mij misschien productiever maar bijlange niet altijd gelukkiger of socialer. Het moet vooruitgaan moet misschien wel eens vervangen worden door stil staan en gewoon genieten.
Met dank aan Annelyse voor de inspirerende commentaar !