10 000 vragen #85 Hoe geduldig ben je ?
Heel erg geduldig. Totaal niet.
Ik dacht te schrijven ‘dat valt wel mee’. Ik kan best wel geduldig zijn. Maar toen ik dacht wat het lief zou antwoorden, wat hij er van zou vinden, wist ik zo dat hij ‘helemaal niet’ zou zeggen. Of soms wel. Maar eerder niet dus.
Moedeloos word ik er van, geen geduld dus
Er zijn momenten dat ik meer geduld heb dan een gemiddelde Vlaming. Dat denk ik althans. Zo maak ik mij nooit druk over lange rijen aan een kassa. Files vind ik allesbehalve leuk, maar ik maak er mij niet druk in. Ongeveer iedere werkdag zijn er wel een paar waaghalzen die mij op weg naar het werk voorbij steken, ik hou mij dan netjes aan de voorgeschreven 70 km per uur. Ik veronderstel dat zij er het geduld niet voor hebben.
Evengoed scoor ik gigantisch laag wat geduld betreft. Vergaderingen die niet vooruitgaan. Ik word er moedeloos van en hoop soms op een kortsluiting zodat de vergadering wel moet eindigen. Besluitloosheid. O ! M ! G ! Dan heb ik zin om op tafel te staan en met luidspreker te roepen ‘Besluit ! Eender wat ! Maar Maak Er Een Gedacht Van !’. Ik heb meer moeite met besluitloosheid dan wel een besluit waar ik niet achter sta. Kan tellen wat mijn ongeduld betreft. Het adagio dat het vooruit moet gaan is hier een dogma.
Toonbeeld van geduld
Dat zal wel overdreven zijn, maar soms hou ik het gigantisch lang uit. Daar waar anderen ongeveer door het dak zouden gaan. Zo ga ik graag om met oude mensen – wiens tempo laag ligt. Of met de opa, zwaar dementerend, waarbij je onmogelijk kan rekenen op je eigen planning. Weg met ‘dat het vooruit moet gaan’, maar blijkbaar boort deze man een geduld in mij aan dat anders zelden tevoorschijn komt. Misschien omdat ik zo goed besef dat daar geen forceren aan is, het is wat het is.
Ik zou best wat meer geduld willen hebben
In dit alles vrees ik dat ik weinig geduld heb met mezelf. Het moet vooruit gaan en er moet gepresteerd worden. Ik wéét dat dat onhoudbaar als het altijd moet, dat het gewoonweg om problemen vraagt. Maar de drive is groot. Of het ongeduld. Of dit.
Ook voor mijn medemens zou ik bij tijden best wat warmer zijn als ik meer geduld had. Dan mag ik me in het verkeer wel netjes aan de snelheidslimiet houden, in het gewone leven raas ik voorbij en kan ik behoorlijk ongeduldig zijn tegenover hen die zachtjesaan verder tukken op een weg die ‘We Zien Wel’ heet. Ik raas liever op de weg van Actie. Niks van, ‘we zien wel’, maar ‘we doen !’.
Met dat geduld zit het voorlopig nog niet echt goed. Bij jullie ?
Ik heb hetzelfde. Ik kan heel geduldig zijn. In het verkeer jaag ik mij niet snel op, maar vergaderingen en besprekingen werken op mijn zenuwen. Vooral wanneer er geen duidelijke standpunten worden ingenomen of beslissingen niet worden gemaakt. Nou ja, maar goed dat niet iedereen hetzelfde is. 🙂
Dat zou dus snel gaan als wij in dezelfde vergadering zitten !