het werk
Het meest opmerkelijke kenmerk van de moderne werkomgeving heeft, volgens filosoof en schrijver De Botton, niets te maken met computers, automatisering of globalisering. Nee, het is het feit dat we geloven dat ons werk ons gelukkig moet maken. In alle samenlevingen is werk belangrijk, maar onze moderne westerse samenleving is de eerste die ervan uitgaat dat werk iets anders zou kunnen zijn dan een straf. Onze samenleving is volgens de Botton de eerste die ervan uitgaat dat een gezond menselijk wezen zou willen werken, zelfs als hij niet onder financiële druk stond. Bovendien zijn we uniek omdat we ons werk voor een groot deel laten definiëren wie we zijn, met als gevolg dat de eerste vraag die we stellen als we iemand ontmoeten niet is waar hij vandaan komt of wie zijn ouders zijn, maar wat hij doet. Alsof dit het enige is dat een mens maakt tot wie hij is.
Alain de Botton bekijkt werk heel nuchter, zo lijkt het. Ons werk hoeft ons niet gelukkig te maken. Ik heb het best moeilijk met die stelling, want tenslotte gaat zowat onze meeste energie en tijd naar het werk. Moest het nog gaan om zoveel uren ‘kloppen’ en een relatief stressloos werk (alsof dat zou bestaan), dan zou ik er misschien nog kunnen achter staan, maar heel wat jobs vragen extra inspanning, creativiteit, én enthousiasme. Hoe kan je nu enthousiast zijn voor iets wat je niet gelukkig maakt ?
Erger wordt het als je je werk zinloos vindt, ervaart als het dragen van water naar de zee, wat voor mij zeer herkenbaar is. Wie brood bakt, voedt mensen. Wie een huis bouwt, voorziet mensen van bescherming en een thuis. Maar niet iedereen heeft een werk met zichtbaar resultaat.
Verder lezen over Alain de Botton en de betekenis van werk : hier
Ik ben een echte Alain de Boton fan. Bijna al zijn werken staan hier op de boekenplank. Maar in deze stelling kan ik me ook moeilijk vinden. Je besteed zoveel tijd van je leven aan je werk, dat je er toch op een of andere manier voldoening van zou moeten hebben. Ik heb me altijd voorgenomen dat ik onmiddellijk zou stoppen met lesgeven vanaf de moment dat ik het niet meer met plezier doe (ik wil niet worden zoals sommige leerkrachten waar ik ooit zelf les van had, die duidelijk tegen hun zin voor de klas stonden en dat serieus lieten merken).
Langs de andere kant mag werk nooit op de eerste plaats komen natuurlijk. Als ik in een stressvolle periode zit op het werk of er loopt vanalles mis met de brochures die ik moet maken (daar kan ik dan echt van wakker liggen), dan moet ik mezelf ook soms inprenten: het is “maar” werk.