In Godsnaam

Twee jaar geleden heb ik geboeid de afleveringen van in Godsnaam gevolgd. Ik was verwonderd wat mensen uit naam van religie – welke ook – allemaal doen. Hoe ze hun hele leven soms compleet ‘omslaan’ en dingen doen waar ik niet bijkan.

De aflevering over het slotklooster in Brecht was mij ook bijgebleven. Herkende ik daar immers niet één van die zusters ? Was die niet een paar jaar ouder dan ik ? Het bleek te kloppen. Mijn reisgids in Israël bleek nu zuster te zijn in een slotklooster.

In 2012 is Annemie Struyf blijkbaar teruggegaan naar het klooster en heeft ze een week met de zusters samengeleefd. Ze heeft deze stille mensen ronduit van alles gevraagd. Nu moet ik zeggen, mijn interesse was gewekt, want ik kan mij weinig levens voorstellen die zo haaks staan op dat van mij (en vele anderen) dan die van die zusters.

Het boek heeft een diepe indruk gemaakt op mij, en ik heb me dan ook lang afgevraagd waarom.

Eenvoud en focus
Wat mij opvalt bij die zusters is eenvoud in al zijn betekenissen. Zij spreken zelf over ‘weinig prikkels’ en over ‘over geprikkeld worden’ als ze buiten het slot zijn. Daar waar ik met honderden dingen bezig ben, lijkt het alsof zij eigenlijk maar met één ding bezig zijn (voor hen is dat gebed). Ik vind dat best confronterend. Ik zou best ook méér gefocust willen zijn en mijn hoofd niet in allerlei richtingen willen draaien, anderzijds weet ik dan ook niet of ik het allemaal niet oersaai zou vinden.

Geen prestatie
Eigenlijk willen die zusters niets echt verwezenlijken, behalve het uitdiepen van hun relatie God, maar ik denk niet dat ze dat als een prestatie  willen zien. Ze hebben geen doelstellingen in hun hoofd, en lijken ook geen plannen te hebben. Ik kan mij zo’n leven niet voorstellen. Iedere dag heb ik allerlei doelstellingen in mijn hoofd en ik probeer – thema van dit jaar – zoveel mogelijk mijn comfortzone uit te breiden en grenzen te verleggen. Dat zorgt voor stress, maar ook voor voldoening. Het lijkt alsof hen dat vreemd is.

Omgaan met tijd
Ik herinner me een fragment waarin Struyf voorstelde dat iets ook ‘sneller’ kon op een andere manier, waarop de zuster antwoordde ‘waarom zou het sneller moeten gaan ?’. Ze doen alle dingen ‘op hun tijd’, en ‘met de tijd’, en niet ’tegen de tijd’, ook als het gaat om huishoudelijke werkjes. Dingen die gedaan moeten worden (strijken, was plooien, etc.), daarvan denk ik altijd : hoe kan ik het ze snel mogelijk voor elkaar krijgen ? Of liever : hoe kan ik het zo efficiënt mogelijk doen ?
Ik las een fragment over lezen en daar raadde de zuster aan om ‘zo traag mogelijk’ te lezen om de tekst binnen te laten komen. Ik lees gigantisch snel en lees als ‘informatie ophalen’ : mijn ogen lezen en scannen een tekst naar structuur en verbanden. Alleen als ik poëzie lees, probeer ik mezelf te verplichten om traag te lezen.
Tenslotte is hun tijd zeer geritmeerd. Ik moet zeggen dat mij dat wel aantrekt. Hier is het dikwijls iedere dag een gepuzzel.

Lezen
Ik mag dan al snel lezen, ik lees ook graag en volgens mij kan lezen je leven veranderen en voeden. De zusters lezen ook iedere dag op vaste momenten. Het is iets wat ik ook probeer te doen, om toch iedere dag te lezen. Ik lees zowel fictie als non-fictie, bovenal als doel om mijn wereld groter te maken, om bij te leren, om uitgedaagd te worden, in vraag gesteld te worden.

In die zin was dit een goed boek. Dit boek daagde mij uit en heeft me toch dichterbij een nieuwe wereld gebracht.

Wat ik mij niet heb afgevraagd is of het zinvol is wat die mensen doen. Ik denk dat het mensen zijn met een droom en dat de manier waarop zij leven de manier is waarop zijn hun droom over hun leven waarmaken. Ik vind dat mensen best ‘andere paden’ mogen betreden, niet iedereen hoeft hetzelfde te doen.
Ik heb bewondering voor iedereen die ‘er voor gaat’, wat dat ook is, of het met ‘een heel leven is’, of ‘met grote inspanning’ al dan niet gecombineerd met een gezin.

Ik vond het een fijn boek, juist omdat die mensen zo totaal anders leven dan wat ik ken. Toch lijken ze allesbehalve ongelukkig. Wellicht is wie zijn droom volgt, gelukkig, wat dat ook moge zijn.

Annemie Struyf, In Godsnaam, Terug naar het slotklooster, Lannoo 2012

Dit vind je misschien ook leuk...

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.