Is dit alles ?
Ik heb de lichte neiging tot werkverslaving. Ik zie en denk. Ik zie en bedenk : dit en dat kan nog beter en dit en dat zouden ‘we’ nog moeten doen. Dat leidt wel eens tot veel drukte in mijn hoofd, teveel.
Ik werk graag. Heel graag zelfs. Ik vind het geweldig dat er dingen in beweging komen, dat de trein loopt, dat iedereen mee is, hup naar het doel, op kruissnelheid en laten we meteen als doelstelling hebben om die kruissnelheid langzaam maar zeker op te drijven. We zijn toch niet voor traag ?
Tussendoor probeer ik technieken van timemanagement (liefst 4de generatie) te gebruiken en mijn werk zo goed mogelijk te organiseren. En ja, er gaat heel wat door mijn handen en door mijn hoofd. Ik passeer vele stations en de trein rijdt hard. Nu en dan kijk ik zelfs heel tevreden terug. Maar nog meer kijk ik terug en denk (het evaluatieprincipe in gedachten) : wat kon beter ?
Mijn avonden worden korter omdat mijn werken langer wordt. Mijn weekends worden korter. Want het werk dat ‘lonkt’, lonkt als een verleider soms, ‘dat heb je weer goed gedaan’, ‘kijk eens wat een schoon rapport daar ligt‘ en ‘Yes, de deadline weer schoon gehaald’. Een mens zou er wel eens verslaafd aan kunnen worden. ’s Avonds zien dat de lijst die je afvinkt niet geheel ‘weg’ is maar toch behoorlijk gekrompen. Geheel af zou betekenen dat de verleiding weg is, de relatie af, zorg dus nooit dat je lijst af is, wat ga je anders doen ?
Soms kraakt mijn rug. De nachten die ik slecht slaap zijn groot in getal. Maar daartegenover staat dat ik nu ook al ’s nachts kan denken en verwerken. Dat ik ’s nachts wakker kan worden en denken ‘hé, ZO moeten we dat doen’. Of ik pak mijn tablet en stuur toch nog een mailtje. Midden in de nacht. Het is soms een beetje creepy.
Sommige mensen waarschuwen me. Dat ik het alleen nog maar over mijn werk heb. Dat altijd gestresseerd ben. Dat ik altijd in termen van tijd denk. Dat ik zo weinig rustig ben. Heel energiek, maar met de dwingendheid van ‘dat moet hier vooruit gaan, we gaan hier geen tijd verliezen’. Ik doe het met de glimlach. Zeer bewust trouwens, want met positieve energie krijg je (ook van anderen) meer gedaan dan met gezaag en een vermoeid gezicht. Zeg nooit (!) dat je moe bent ! Zeg nooit (!) dat je geen tijd hebt. Er is altijd tijd. Er kan altijd beknabbeld worden.
Ben ik samengevallen met mijn werk ? Kan ik er geen afstand meer van nemen ?
Heel soms overvalt mij de pijnlijke vraag naar de zinvolheid van dit alles. Dan lijk ik in een midlifecrisis terecht zijn gekomen met de vraag ‘Is dit alles ?’. Werken en dan doodmoe zijn.
Ik zit op de trein en lijk geen weet te hebben van het landschap waarin ik vertoef. Een vriend van mij is levensbedreigend ziek. Zijn tijd is beperkt. Ik bezoek hem. Soms. Veel te weinig. Dat weet ik. Maar ik zit op die trein. Er zijn oude familieleden, die weinig bezoek krijgen, worstelen met dementie. Ik bezoek hen. Veel te weinig. Dat weet ik. Maar ik zit op de trein. Er zijn vrienden, er zijn kinderen, er zijn vrienden van me met verdriet. Ik moet hen bezoeken. Tijd voor hen maken. Ik weet het. Maar ik zit op de trein en die gaat hard.
Afstappen lijkt zo moeilijk en ik weet niet eens waarheen de trein mij leidt, zij het dat hij moet rijden, hard en efficient. Ik zit vast aan mijn werk.
Ik zat er ook op, maar ben er nu even (een jaar) afgestapt. Heb me nog nooit zo goed gevoeld…