leven met frustratie
Zakt het niveau in het onderwijs ? Een bedenking die wij – de collega’s – ons dikwijls maken. Wij denken simpelweg : ja. En waarom ? Verschillende redenen, maar laat ik het voor mezelf samenvatten met het niet kunnen omgaan met verlies. Kinderen moeten allemaal ASO doen, moeten goede cijfers halen en liefst nog van dat. Gevolg : er wordt niet gekozen op basis van talenten maar op basis van een hardnekkig idee dat alles wat geen ASO zou zijn ‘minder’ is.
Maar goed, dat omgaan met verlies. Een artikel in Magazine van Het Nieuwsblad van Peter Adriansens blijft in mijn hoofd hangen.
Vroeger dacht men dat het normaal was dat een kind zijn best deed. Aanmoedigen hoorde maar als het echt bij de top geraakte. De stress van niet te bereiken wat papa hoopte, was een belangrijke reden om af te haken. Of om levenslang die piano te haten en neit meer aan te raken. Vandaag weten we dat allemaal wel : een positieve sfeer sterkt een kind en geeft op termijn betere resultaten. Maar in de jeugdhulpverlenign hebben we vastgesteld dat teveel van het goede ook niet succesvol is. Nu vele ouders hun kinderen prijzen, blijken we te dikwijls alleen nog maar complimentenmachines te zijn. Peuters en kleuters worden bewierrookt alsof ze supersterren zijn. (…) Applaus is hun deel.
Plezierig, zo dachten we. Maar wat gebeurt er nu ? Tieners stellen zichzelf vandaag sterk in het middelpunt van de aandacht. Er is een groep die vindt dat de leerkracht al blij mag zijn dat hij les mag geven aan hen, en die groep groeit. Daar waar een mening vroeger teveel ingeslikt werd, rolt ze nu van de tong nog voor de puber drie seconden heeft nagedacht. Een negatieve opmerking van de ouder wordt ervaren als een aanval, en wie gedrag wil corrigeren, heeft het altijd verkeerd voor”.
Ik heb het niet zo moeilijk met allerlei puberaal tienergedrag. Het meeste groeit er wel uit en ik besef dat iedere generatie zijn eigen conflicten meebrengt. Maar wat mij bezorgt is dat we het jonge volkje dikwijls op het verkeerde been zetten. We hoeden ze voor negatieve commentaar. Er zijn jongeren die dat door hebben en wel op verschillende manieren. Voor sommige jongeren is het onthouden worden van negatieve commentaar een vrijpas : er wordt toch niets over gezegd. Of met andere woorden : er wordt nooit een grens gesteld. Die vrijpas lijkt op het eerste zicht geweldig maar het maakt menig jongere ook onzeker. Zo herinner ik mij een puber van 16 die thuiskwam met een rapport dat algemeen een daling van zo’n 15 procent voor alle vakken had. “Prima, proficiat, en nog veel meer positiefs”, zeiden de ouders. De leerling in kwestie vroeg zich af of zijn ouders dan zo weinig van hem verwachtten en wat een proficiat betekent als je die voor eender welke prestatie krijgt.
Vroeg of laat botst iedereen tegen een ‘njet’, hoe lang men die complimentencultuur ook wil volhouden. Er zijn jongeren die zich werkelijk rot schrikken en een behoorlijke deuk in hun zelfvertrouwen krijgen omdat ze de negatieve commentaar totaal niet gerelativeerd krijgen. Sommigen gaan in de aanval, omdat ze niets negatiefs willen horen. Anderen verliezen de moed, want plots zegt iemand onomwonden iets negatiefs.
Over dat laatste maak ik mij wel zorgen. Het leren omgaan met negativiteit, frustratie lijkt mij zo ontzettend belangrijk, want iedereen heeft er mee te maken, zelfs al ben je de superster die je je waant. Accepteren dat een studierichting te zwaar is, dat je je taak niet goed gemaakt hebt, dat je sommige talenten wél hebt en andere niet, voor veel jongeren is het een zware dobber. Want negativiteit hoort niet. Spijtig.
’t is inderdaad niet gemakkelijk om om te gaan met negativiteit. Ik was vroeger een goede student en alles scheen te lukken. Tot op de moment dat ik moest gaan verder studeren, goed gebuisd en tot overmaat van ramp slaagde ik er zelfs niet in om mijn rijbewijs van den eerste keer te slagen.
Mijn zelfvertrouwen heeft toen toch ook (tijdelijk) nen flinken deuk gekregen.
ik volg je in je ongerustheid om de jongeren… ze kunnen niet meer om met frustraties en uitstellen van behoeftes, en dat vormt écht een groot probleem! want niet alles wordt je in de schoot geworpen hé…
en btw, ik ben je helemaal niet vergeten hoor, ik heb nog steeds 3 boeken voor je hier, maar eerst was ik fameus ziek en toen kreeg ik wat minder nieuws en ja, dat weer speelde me ook parten…
ik breng ze na de paasvakantie langs op de school waar je werkt…
Ik heb dat artikel ook gelezen en Adriaensens zat er inderdaad weer pal op.
Oh, dat artikel had ik ook willen lezen. Peter Adriaenssens kan het inderdaad altijd zo treffend formuleren.
Interessante gedachtengang. Ik werk zelf niet direct met jongeren of kinderen maar ik zie de stellingname wel