Onderwijspraat : faalangst

faalangst

Het volledige artikel uit De Standaard lees je hier.

Pieter : vol faalangst en een hoog IQ

Pieter viel in de lagere school meteen op. Hij pikte alles heel snel op en was zijn medeleerlingen ver vooruit. Zijn ouders vonden dat prachtig, maar ook wat problematisch. Want zou Pieter zich niet gaan vervelen en wat deed hij bij al die kinderen ?
De juf hield Pieter in het oog en gaf hem extra opdrachten, hij werd nu en dan benoemd tot assistent en zag dat goed zitten. Hij hielp andere kinderen en vond daar waar geluk in. Dat hij inderdaad sneller was dan anderen zag hij niet als een probleem. Er waren toch ook kinderen die sneller konden lopen, beter konden klimmen of handiger waren ?
Maar zijn ouders vertrouwden het niet. Ze lieten hem ’testen’, wat Pieter behoorlijk verwarrend vond. Enerzijds geweldig, al die opgaven, al die testen, al die raadsels. Anderzijds wou hij gewoon als de anderen zijn en gewoon verder doen.
De ouders hadden gelijk – al was er nooit een vermoeden van iets anders – Pieter was behoorlijk intelligent. Zeg maar een stuk intelligenter dan de rest.
Zijn ouders waren in de wolken en tegelijk ook bezorgd. Zij vertelden Pieter dat hij bijzonder was, dat zo’n talent zelden werd gezien. Alleen, als hij écht zo was, dan betekende een minder cijfer – hij kon ook wel eens een slechte dag hebben – toch dat er iets mis was met hem. Als iédereen en zelfs onderzoek uitwees dat bovengemiddeld intelligent was, dan moest hij dat toch ook laten zien ?

In een klas vol hoge IQ’s – hij met faalangst

Pieter ging naar het secundair onderwijs en koos meteen de moeilijkste richting. Dat zou geen probleem mogen zijn en dat was het ook niet. Alleen : Pieter was niet gewoon te werken. In de lagere school kon hij alles nog netjes gewoon onthouden, nu was dat toch wel veel geworden. Hij begon ook aan zichzelf te twijfelen. Hij moest dit toch kunnen. Toch ‘zomaar’, het was tenslotte bewezen dat hij zo intelligent was.

Wat hem het meest ontgoochelde was dat er veel minder kinderen zijn hulp nodig hadden. Het leek wel of de meeste het zonder hem af konden. Of ze vroegen hem gewoon niets.  In het gevecht van een nieuwe school waarin iedereen zijn plaatsje probeert te vinden vond hij het zijne niet. Hij was ‘De Helper’, hij was ‘de zeer intelligente leerling’ en hier leek dat niet van tel. Erger nog, er waren leerlingen die even goede cijfers haalden en daar werd niets over gezegd.
Pieter bleef denken : ik moet hier toch schitteren, dat is mij toch gezegd. Maar hij deed het niet.

Stille muis

Hij veranderde in een stil hulpeloos muisje dat bang was om iets fout te doen, vol faalangst. Iemand zoals hij kon toch geen fouten maken ? Niet dat hij pretentieus was, gewoon : dat had iedereen toch gezegd ? Dat hij uitzonderlijk was ?

Het gaat niet goed met Pieter. Zijn ouders blijven zeggen ‘Maar jongen, je hebt zo’n hoog IQ’ en hij vindt het allemaal zeer verwarrend.
Zijn ouders zijn ontgoocheld. In de school. In het onderwijssysteem.
Pieter zit ertussen. Tussen de verwachtingen van school en zijn ouders, tussen zijn zelfbeeld en de reflectie van medeleerlingen en rapporten. Hij weet het niet meer.

Soms denk ik : hadden ze maar nooit die test gedaan. Hadden ze Pieter maar gewoon gelaten.

 

Bovenstaand verhaal is fictief maar compleet gebaseerd op verschillende eigen ervaringen. Ik beweer niet dat het altijd zo gaat, het gaat soms evengoed schitterend. Zelf ben ik een groot voorstander van non-labeling Ik denk dat je voorzichtig moet zijn met het labelen. Het werk ‘eindigt’ er niet mee. Ook ben ik een voorstander van het kind vrij en begeleid (maar niet controlerend) laten groeien. Ik ben een uitdrukkelijk voorstander van het geven van vertrouwen in de eigen kracht van een kind.

De ‘correctie’ is er gekomen dankzij onderstaande reactie van Nike. 

 

Dit vind je misschien ook leuk...

2 reacties

  1. Nike schreef:

    Ik vind het boeiend wat je zegt, maar kan een label in bepaalde gevallen ook niet helpen om gedrag beter te begrijpen (zowel het kind – waarom ben ik anders, als de ouders – hoe reageer je op bepaalde gedragingen)?

    • Kaat schreef:

      Helemaal gelijk ! Daar is echt wel niets op in te brengen ! Het is ook een complexe problematiek, het ene is het andere niet, al denk ik dat het altijd goed is om te weten wat er aan de hand is.
      Soms – en misschien is mijn schrijven daar wel wat door ingegeven, het is maar één insteek – is het label een einde. Het gaat niet ‘omdat …’ Terwijl (en ik vermoed uit je schrijven dat je dit ook bedoelt) dat het werk dan juist begint. Hoe kan je, met de wetenschap die je nu hebt, het beste uit dat kind halen ? Hoe kan je hem/haar het meeste zelfredzaam maken ?
      Het probleem zit ‘m wellicht niet in het label, maar hoe er verder mee omgegaan wordt.
      Bedankt voor je reactie, doet me weer ‘mee denken’ 🙂

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.