Opruimen is een drama. En ook wel een feestje.
Dat ene boek dat ik wegdeed
Nu de lente lonkt en iedereen zo’n beetje hip geworden is om zo weinig mogelijk spullen te verzamelen, zit ik bij tijden in een waar conflict. Zo ben ik zelf een voorstander van minder spullen. Ik kan daar grote theorieën over hebben, maar doorgaans komt het neer op dit: minder spullen is minder opruimen.
Tot ik onlangs een boek zocht dat mij dierbaar was in mijn studententijd. Héél dierbaar. Ik dacht: dit moet ik opnieuw lezen, want het heeft mij toen best wel wat levenswijsheid geschonken. Maar net omdat het geleden was mijn studententijd, heb ik het boek 2 jaar geleden richting kringloop gebracht. Dat was balen. Ook al omdat ik het niet simpelweg in een bibliotheek terugvinden kon.
‘Ik stel mij voor dat jij een prikkelarme kamer hebt’
Onlangs was ik met iemand in een bijster ernstig gesprek. We kenden elkaar al langer, maar waren nog nooit bij elkaar op bezoek geweest. Als ik aan haar denk dan denk ik aan iemand die mij toch behoorlijk goed kan inschatten. Tot ze deze zin zei. ‘Dat ik wellicht een prikkelarme kamer had’. Ik vroeg me af hoe ze in hemelsnaam de bal zo kon misslaan of welke verwarrende signalen ik mensen moet geven.
Een ware speeltuin
Mijn kamer is geenszins het landschap waarover professor De Geest schrijft en al helemaal geen ruïne, maar het is een regelrechte speeltuin. Er is een teveel, al is het netjes opgeruimd. Er is de creatieve tafel waar momenteel het weefgetouw staat. De regel is hier: er mag maar één project op de tafel.
Er is de leeshoek, met een geweldige zetel en een bartafeltje met, (mocht je twijfelen, niet-alcoholische- drank. De leeslamp. De 10 boeken van het moment.
Er is de werktafel. Met potten vol pennen. Met links de printer en een gigantisch scherm. Met op het magneetbord kalenders en planners.
Er is de mediahoek, met gelukkig Netflix dat geen plaats vraagt.
Alles samen is het één grote speelplaats die continu uitnodigt om dingen te doen.
Niks van, die prikkelarme kamer.
Waarom is niemand blij om het terugvinden van spullen ?
Al bij al wordt hier vaak opgeruimd en is het niet zoals bij professor De Geest. Soms is het opruimen een waar feestje. Er mogen best wel spullen weg. Herontdekken (waarom heeft niemand het daarover ?) is overigens best ook fijn. Kijk, die pen die ik een jaar niet heb gebruikt ! Wat een zaligheid om die terug in handen te nemen. En o dat gedicht !
Soms is het dus best wel een feestje. Om het opnieuw vinden van spullen. De verse aandacht, het zonlicht dat plots schittert op wat lang verloren leek.
Anderzijds noopt ieder opruimen mij tot minder kopen. Minder spullen. Omdat wat ik hier dan toch heb, plots een eigen glans krijgt.
Maar een Marie Kondo word ik wellicht nooit.
Hoeft ook niet.