pubers
Ze zijn op de hoogte van alles en je maakt ze niets meer wijs.
Ze weten wat ze willen en vooral wat ze niet willen.
Met stellige overtuiging poneren ze de grootste stellingen, barstend van zelfvertrouwen.
De hele wereld ligt voor hen open via televisie en internet.
Ze willen veel, ze willen alles, gretig als ze zijn.
De buitenkant.
En dan de binnenkant. Vol twijfels. Vol onzekerheid.
‘Doe ik het wel goed ?’, ‘Wat denken ze over mij’ ? ‘Ben ik mooi genoeg ?’.
Van sommige pubers ken ik alleen de buitenkant, lopen ze over mij heen met een zelfzekerheid, een president waardig, draait de hele wereld rond hen en geen ander.
Dan denk ik : hé, je leeft hier niet alleen ! Je bent niet het middelpunt !
Van andere pubers ken ik dan weer enkel hun binnenkant. Ze schrijven me brieven. Ze zijn stil en teruggetrokken, ik zou ze zo voorbijlopen.
Dan denk ik : hé, je bent echt niet alleen hier. Je mag best wel wat meer in het licht gaan staan !
En maar hopen dat het goed komt. Met beiden.
Weer heel raak