Snapshot diary week #37/2018 een week van wachten
Een beslissende week
Deze week stond al lange tijd in mijn/onze kalender, want op donderdag zouden we meer weten over onze toekomst. Er stond immers een eerste evaluatie-gesprek op Gasthuisberg gepland, samen met een hoop bijkomende onderzoeken.
De crash – de nood aan zelfzorg
Dinsdagavond crashte ik compleet. Ik had er twee werkdagen op zitten, kwam ’s avonds thuis en het leek alsof ik het gewoon niet meer kon opbrengen. Alles. En nee, het ging niet slecht op het werk, ik heb hier thuis het liefste lief dat ik mogelijk acht, ik word omringd door lieve en warme mensen. Maar ik dacht echt: het hoeft niet meer. Dit is zo’n malle molen, dit is gewoon teveel. Nu ik dit schrijf weet ik niet hoe ik dan toch weer de moed vond. Wellicht omdat je soms gewoon niet anders kan dan verder doen.
Op woensdag wou het lief naar zijn schaakclub om zijn vrienden nog eens te ontmoeten. Ik zag er geweldig tegen op. Het lief kan niet zo ver met de auto rijden en wat zou ik doen, 3 uur lang ? Een terrasje doen, Tessenderlo verkennen, oké, maar 3 uur ? Dat was genoeg om gek te worden. Anderzijds kon ik onmogelijk ‘nee’ zeggen. Hier had hij al maanden naar uit gezien. ‘Een beetje normaal leven’ en ja, hij was afhankelijk van mij als chauffeur. Op donderdag stond er een hele dag onderzoeken gepland en ook hier zou ik van de partij zijn.
Gelukkig vond ik voor mezelf een oplossing. Ik stippelde een wandeling uit in Tessenderlo zodat de 3 uur zo voorbij gingen en ik toch wat ontspanning vond. ’s Avonds trakteerde ik mijzelf op een saunaatje hier op onze zolder. Doe ik te weinig.
Ik wist dat donderdag een slopende dag zou worden, van de ene hoek van Gasthuisberg naar de andere, geen vaste kamer (zoals bij de chemotherapie) en lange uren ertussen. Ik slaagde erin om te werken. Met de laptop op mijn schoot. Nu nog onthouden de volgende keer oordopjes mee te doen. Maar hé, het hielp. Niet dat ik zoveel werk heb, maar het werken gaf mij het gevoel dat ik ook nog meester over mijn leven was. Dat er ook nog iets van mij was.
Zelfzorg
Volgens Garmin heb ik deze week 299 minuten gesport. Dat is behoorlijk veel voor mij en ik ben tevreden. Dat sporten, ik heb veelal het gevoel dat het een kwestie van moeten en overleven is. Eerst en vooral, ik sport alleen. Ik loop, zwem, fiets, wandel alleen. Het is mijn lichaam, mijn hartslag, mijn tijd, weg van de wereld. Ik doe het voor niemand anders. Niemand zegt me hoe snel of hoe traag het moet gaan en bij het lopen beslis ik soms op de eigenste seconde of ik links of rechts verder loop. Ik vind er soms doodgewoon de allerbeste troost in.
Dat ik kwaad ben, heel erg kwaad. En dat het lopen kalmeert, mij terug rustig maakt. Dat het relativeert. Dat ik alle frustratie kan weg ‘stoempen’ als ik hier de Hagelandse Heuvels op rij. ‘Ge zult mij niet hebben’, ook al rijd ik in de allertraagste versnelling.
De goed nieuwsshow
Donderdag kregen we goed nieuws. Het woord ‘optimistisch’ viel. Er waren geen uitzaaiingen te zien. Ook niet op de longen. Zelf begrijp ik niet alles, kan kanker dan zo hevig zijn dat er zelfs te midden een heel agressieve kankerkuur toch nog tumoren verschijnen ? Of hebben ze in mei niet alles onderzocht ?
Dat de medicatie toch iets minder lichter zou worden. Dan toch. Dat die professor zo vriendelijk en warm was dat ik hem wel wou knuffelen van blijdschap (maar gewoon stom geslagen naar hem glimlachte) en nee, ik zou het ook niet echt doen. Meer nog, dat we de chemo een weekje mochten uitstellen. Nu en ook in het herfstverlof. Want dat hadden we gevraagd, omdat we o zo graag op vakantie willen zonder al te veel chemische oorlogsvoering in het bloed.
Hip hip hoera !
Wij zijn weer even normaal
Aanvankelijk beseften we het niet goed, maar langzaam drong het tot ons door: alles wijst erop dat dit toch goed komen zal. Weerom, geen garantie (dat geven ze echt niet), maar ook geen enkel teken van het tegendeel. We namen er de kalender bij : 7 december zou de laatste chemo zijn ! Dat is nog in het eerste trimester (zo rekenen wij in tijd), nog in DIT trimster, dus toch niet zo ver ? Er zou een vakantie volgen waarin GEEN chemo was !
Van pure blijdschap gingen we er even op uit naar Lier. Kijken naar doodgewone dingen. Koffie drinken. Blij zijn. Rondwandelen als doodgewone mensen.
Volgende week staat er weer een chemo op de agenda. We beseffen heel goed dat het dan weer bergaf gaat. Maar er is wel licht aan de tunnel. Hoera, hoera !
Oh, Kaat, dit is geweldig nieuws. Ik ben echt blij voor jullie. Elk goed nieuws geeft je kracht en dat heb je nu meer dan eens nodig!