Terug uit Texel
Weeral een eiland dat mij heeft bekoord. Of is het gewoon dit : de combinatie van vakantie en goed weer maakt van mij een mens die ter plekke (waar dergelijke combinatie voor handen is) wortel schiet.
In het weidse Texel heb ik mij vaak afgevraagd of het iets voor mij zou zijn : verhuizen naar dit dun bevolkte oord, je leven in één groot natuurreservaat, omringd door water en overal rust en nog eens rust. Internet, dat zou er wel moeten zijn, om boeken te bestellen bijvoorbeeld. Maar voor de rest, gewoon in de stilte en de natuur, zo’n kluizenaarsleven, zou dat iets voor mij zijn ?
Voor mijn lief zeker. Die heeft geen ‘kilometerdrang’ (nu en dan moét ik grote afstanden overbruggen) en hij hoeft het niet allemaal mee te maken.
Ik weifel altijd. Want er is zoveel mee te maken : de Gentse Feesten, de Knackwandelingen, Beleuvenissen, zomerfestivals, terrasjes in een drukke stad.
Terug dus en ook hier schijnt de zon. “Nu kan de vakantie beginnen” zei het lief, en hij bedoelde dat een mens een soort superconfrontatie nodig heeft om af te kicken van het werk. Een eiland bijvoorbeeld. Anders blijf je maar hangen tussen al die al die (nu schijnbaar kleine) zorgen van het werk. Wij hebben nog maar liefst 7 weken vakantie te gaan.
Nu en dan maak ik mijn hoofd al eens een plannentje, een wishlist als het ware, maar nog steeds behoedzaam, want lijf en leden kwamen in het begin van de vakantie een nog nooit geziene vermoeidheid tegen. Vakantie om te slapen leek het wel, weinig opbeurend.
Vakantie kan ook zware gevolgen hebben. Zoals bijvoorbeeld : waarom gebeurt het maar één keer per jaar ? Is de rest van mijn leven niet te druk en te jachtig ? Als zoveel vermoeidheid het resultaat van werken is, is dat werken dan nog wel geproportioneerd ?
En ook : het lichaam deint uit en wordt fitloos. Ik word ouder. In alle opzichten. Dus ook : minder fit. Minder conditie. Doet de blog van Lena mij dan weer grote dromen koesteren…
Texel is inderdaad een pareltje. En niet eens zó ver weg…