Varanasi
Varanasi wordt wel eens de oudste stad van de wereld genoemd. Gek hoe ik dat in ieder land met een grote religieuze traditie hoor. Ach, het maakt niet uit. Oudste of niet, heilig is de stad zeker en daar twijfelt geen enkele hindoe aan. Sommige hindoes komen hier de laatste jaren van hun leven doorbrengen, omdat ze er zeker willen zijn dat hier hun as zal worden verstrooid.
Op ons programma staat dan ook het bijwonen van een hindoe-uitvaart, of pragmatischer : het verbranden van het lijk en het toevertrouwen aan de Ganges. Ik besluit niet mee te gaan, net zoals ik al een paar keer een bezoek binnen in een tempel het overgeslagen. Om een of andere reden voel ik altijd maar meer een meer schroom om aanwezig te zijn bij belangrijke religieuze momenten van een ander. Wat zou ik denken van een groep toeristen bij de begrafenis van een geliefde ? Dat daar een groepje flitsende camera’s staan ?
Vroeger zou ik ongelooflijk veel moeite gedaan hebben om er juist wel bij te zijn, maar nu hoeft het niet meer. Ik heb een meer dan gemiddelde interesse in wereldreligies en het begrijpen hoeft niet noodzakelijk het beleven. Het hindoeïsme is sowieso ontzettend moeilijk, zo niet onmogelijk te begrijpen met het verstand. Ik was ooit al eens op een hindoe-uitvaart in Bali. Nou ja, ik weet het niet. Ik hoef er niet bij te zijn.
Anders zit het met het ritueel van het plaatsen van kleine kaarsjes op de Ganges. Men spreekt hier ook wel over de puja, maar dit woord betekent alleen ‘het tonen van respect’. Het offeren van lichtjes aan de Ganges kan dan ook niet beter beschreven worden.
Er is heel wat volk gekomen deze avond omdat het een bijzonder puja is. Hij zal uren duren. Tussendoor blijven er zich mensen in de Ganges op rituele manier wassen. Sommigen zijn hiervoor kilometers ver gekomen. Jonge meisjes verkopen kleine mandjes gemaakt van grote bladen met daarin enkele bloemmetjes en een klein kaarsje. Het ritueel is prachtig : massa’s mensen die toekijken hoe de zon ondergaat, zingen en kaarsjes op het water zetten.
Varansi is mijn eerste positieve ervaring met India. Het is een drukke stad, maar mensen laten elkaar meer hun gang gaan, ook al worden we nog altijd allerlei koopwaar aangeboden. In het terugwandelen naar het hotel word ik ‘gegrepen’ door een stier. Ik veronderstel dat het beest net zo verschrikt was als ik want ik had hem gewoon niet gezien. Hij hief zijn kop omhoog en tilde zo mijn arm omhoog. Ik hield er alleen de schrik aan over. Een straat vol mensen, tussendoor een koe of een geit, een varken. Niets verwondert me nog. Dus ook geen goeie dag van een stier.