World mental health day: lessons learned
Dat onze gezondheid met lichaam en geest te maken heeft, mag voor veel mensen dan wel een evidentie zijn, praten over psychische problemen is dat niet. Dat merk ik vooral aan de schaamte die mensen hebben als ze thuis zijn omwille van psychische redenen, het schuldgevoel en de verantwoordingsdrang. Ooit iemand geweten die zich schaamde, schuldig voelde, omdat hij thuis met een gebroken been zat? Het is duidelijk: zo’n mental health day verdient echt wel z’n plaats.
In dit artikel som ik lessen op die ik leerde in het onderhouden van mentale gezondheid. Lees maar meteen dat het altijd met vallen en opstaan gebeurt. Een recept voor continu geluk bestaat wellicht niet.
1. Those Who Mind Don’t Matter, and Those Who Matter Don’t Mind
Dit citaat heeft me al dikwijls recht gehouden toen ik weer eens worstelde met onbegrip allerhande. Het hoeft overigens niet over psychische zaken te gaan, maar evengoed over de beslissingen die je neemt of de dingen die je doet.
Altijd zullen er wel mensen zijn die vinden dat je fout bezig bent, dat je dat niet zou moeten doen. Mensen met hopen advies waar je niets aan hebt en die je alleen nog ellendiger laten voelen.
Maar wie zijn die mensen? Mijn ervaring leert dat het meestal mensen zijn die me niet goed kennen en die niet zo betekenisvol zijn in mijn leven. Als puntje bij paaltje komt, maakt het hen ook niet zoveel uit.
Belangrijker zijn de mensen die van betekenis zijn in mijn leven (those who matter). Ze zullen evengoed hun ongezouten mening geven en zitten er meestal recht op.
De rest is niet van tel. Meteen: dankjewel aan those who matter!
2. Lichaam en geest zijn één
Ik geloof niet dat alle fysieke problemen een psychische grondslag hebben of omgekeerd, maar ik weet wel dat je fysieke lichaam een bondgenoot kan zijn én omgekeerd.
Zo kreeg ik gisteren een alarmerende telefoon. Niet leuk is wel het minste dat ik kan zeggen. Ik voelde zo de spanning in mijn lichaam stijgen, alsof ik regelrecht onder hoogspanning stond. Ik pakte mijn loopschoenen en ging lopen. Het was een half jaar geleden, sedert de chemokuur van mijn man. Maar ik weet dat als ik loop, ik de onrust uit mijn lijf krijg, de kwaadheid, de frustratie. Mocht je denken: ho, dat kan ik niet: ik liep de eerste training van Start to run opnieuw en hijgde mij te pletter. Maar het hielp.
Sporten heeft me al heel veel een reddende boei bezorgd. Dat klinkt hoogdravend, maar voor mij is het bewegen. Of dat nu een ritje op de fiets is, een wandeling door het bos, als ik mijn hartslag maar even omhoog krijg, buiten ga. De natuur is voor mij een geweldige heler en daarvoor heb ik aan mijn eigen dorp al genoeg.
Omgekeerd: dagenlang koorts en ik denk dat het nooit meer goed komt.
3. Goed is goed genoeg – f*ck perfectionism
Dat vind ik een hele moeilijke. Ergens in onze wereld is perfectionisme als een sluipend gif overal binnengedrongen. Tenminste, zo ervaar ik het. Het gebeurde dat ik zaken niet afkreeg omdat ik over 3 details viel die niet ‘100%’ naar mijn zin waren. Ik durfde het niet af te werken, wat overigens veel frustratie bracht, want ik kon het niet loslaten, het was immers niet af. Ik ben jaren aan een stuk gefrustreerd geweest omdat ik bij een lange duurloop geen 10 km per uur liep, terwijl het leek alsof dat voor anderen een slakkentempo was. Maar wie maakt het wat uit aan welke snelheid ik loop?
Wanneer mensen kritiek hadden op wat ik deed begon ik van vooraf helemaal opnieuw. Omdat ik in een alles of niets mentaliteit werkte.
Het is iets wat mij nog altijd achtervolgt. Ik wil de dingen helder in mijn hoofd, ik wil alles ‘af’, ik wil niet teleurstellen. Wie ik dan teleur zou stellen is mij niet eens latijd duidelijk.
Geen idee van waar die lijst komt, maar in voel de druk. Druk die ik mezelf opleg?
4. Mindfulness to the rescue
Ik ben zo’n twee maanden bezig met dagelijkse meditatie. Soms zelfs een paar keer op een dag. Het principe van mindfulness ken ik al jaren en ik heb er behoorlijk veel over gelezen.
Ik omarmde het idee, niet de praktijk.
Meditatie is zoiets als sporten of gezond eten. Je verandert, bijna onzichtbaar. De meditaties beginnen met een bewustzijn van je lichaam. Meestal merk ik snel op dat ik nogal ondiep adem, wat niet zo goed is. Of ik merk dat mijn lichaam in spanning staat, alsof er overal gevaar lonkt (de essentie van stress, de reactie op gevaar). Ook al is het doel enkel bewustwording en niet zozeer verandering, ik merk dat het mij goed doet.
Ik ben een denker in de letterlijke zin, er gaan continu gedachten door mij heen. Oordelen (dat is niet goed, dat moet anders, zou ik niet zus of zo?). Eindeloze gedachten die van het een naar het andere springen. Ik zie iets en hup: ik denk er iets bij. Mijn geest is zelden rustig en erger nog, zelden bij het moment.
Via meditatie leer ik die gedachten aan mij voorbij gaan. Dag gedachte, ik heb je gezien, maar ik ga niet op je in. Ik ben hier. Ik ben hier en nu.
5. Het schriftje
Daartegenover staat het schriftje. Ik neem iedere dag de tijd om mijn brein te ‘dumpen’. Dan kan het wel van het ene onderwerp naar het andere gaan. Of ik wil mijn gedachten rond iets ordenen. Morning pages, een dagboek, een notaboekje, het is maar zoals je het wil noemen.
Censureer ik mezelf? In zekere zin wel. Vroeger kon ik de moeilijke gedachten nog zwaarder maken door erover te schrijven. Nu hou ik me altijd voor om mild te zijn in mijn schrijven. Mildheid tegenover mezelf maar evengoed tegenover anderen.
Het gebeurt dat ik schrijf over iets wat ik gelezen heb en dat mij trof. Ik probeer mij te voeden met helpende gedachten. Woede en boosheid helpen niet. Die kan ik beter gewoon ‘aflopen’.
6. Goede boeken
Boeken laten soms een diepe indruk op mij na. Digital minimalism van Cal Newport is één van de boeken die ik onlangs las en waar ik zo goed als dagelijks aan denk. Het gaat over het omgaan met technologie en sociale media, maar bovenal over focus. Je aandacht en tijd bewust aan 1 ding geven en dan nog eens bewust kiezen voor dàtgene waar je je aandacht wil aan geven. Wat past bij je waarden en je levensdoelen. Bewust omgaan met tijd en aandacht heeft voor mij alles te maken met mindfulness en het ’temmen van die monkeymind’, oftewel die rusteloze geest.
Misschien moet ik hier eens een lijstje met boeken plaatsen die mij een stuk verder gebracht hebben.
7. De psycholoog, arts
Spijtig dat daar nog zo’n taboe over heerst, terwijl het de normaalste zaak van de wereld zou moeten zijn. Niemand vindt het raar dat je naar een diëtist gaat omdat je voor een gezondere levensstijl wil gaan. Je loopt al lang rond met een zeurende hoofdpijn en gaat langs bij de huisarts.
Goede psychologen houden je een spiegel voor, ontdekken patronen in je denken en handelen en gaan met jou op zoek naar alternatieven. Een klein uur lang (meestal 45 minuten) krijg je de volledige vrijheid in alle vertrouwen je angsten, twijfels, frustraties neer te leggen. Met hoeveel mensen kan je dat? We leven in een maatschappij van probleemoplossers en we zijn er goed in. Komt het daardoor dat mensen zich zo ongemakkelijk voelen als ze geen antwoord kunnen bieden, geen oplossing kunnen geven? Als er gewoon rauwe pijn is? Verwarring? De onmacht om om te gaan met pijn en machteloosheid?
Psychologen hebben geen kant-en-klare oplossingen. Door de gesprekken worden zaken echter duidelijker. De jungle wordt een bos. Met bomen en struiken en dieren. Na verloop van tijd blijken er toch verschillende paden te zijn. Je krijgt zicht.
8. De obsessie met geluk
Ik ben fan van de basisfilosofie van Dirk De Wachter. Dat ongelukkig zijn bij het leven hoort, dat we niet in een constante van geluk kunnen leven. Was ons leven zonder tegenslag dan wisten we niet wat geluk was, las ik ergens.
‘Ik denk dat we te veel geobsedeerd zijn met geluk.
We zijn te zeer bezig met gelukkig zijn.
We willen zo nodig dat alles altijd leuk, leuk,
leuk is en dat lijkt me een vergissing.’Dirk De Wachter
Ik vind niet dat we in een barmhartige maatschappij leven. Het oordeel is snel geveld (lees maar de commentaren op Facebook) en Instagram staat vol met picture perfects. Maar soms regent het. Kreeg je de hele dag niets voor elkaar. Zagende collega’s (en je deed zelf flink mee). Saaie dagen. Onbegrip. Iemand slaat de bal compleet mis en brengt je volledig van de kaart. Het gebeurt.
Maar het gaat ook over.
In deze dagen helpt voor mij opnieuw het mediteren, maar ook de oefening in dankbaarheid. Het lief kookte weer maar eens, ik hoefde daar niet voor te zorgen. Ik kom thuis in een huis vol liefde (daar ben ik ontzettend dankbaar voor), ik hoef mij geen zorgen te maken over het betalen van de energiefactuur (er zijn er andere).
9. Spiritualiteit
Ik denk dat we dat missen, spiritualiteit. Levensfilosofie. Iets dat ons uitdaagt om na te denken over ons leven en onze relatie met anderen. Mijn overleden schoonvader was een overtuigd christen. Hij bezocht zieken en stelde zich daar geen vragen bij. Hij engageerde zich voor mensen die het moeilijk hadden. Zijn vrouw zorgde jarenlang voor hem toen hij dementerend was en haar nauwelijks herkende. Hij was zo zorgbehoevend dat hij nooit alleen kon zijn. Ik heb daar nooit veel theorie over gehoord. Geen klachten, maar ook geen preken. Ze deden het gewoon.
Ik ben opgevoed op een klassieke nonnenschool en ben vrij goed bekend met de christelijke bronnen. Ze blijven mij uitdagen. Wat betekent vergeven? Hoeveel kansen geef je iemand ? Hoe reageer ik op iemand als ik zie dat het niet goed met hem of haar gaat? Wat betekent geld voor mij? Ben ik snel in mijn veroordelen van iemand anders?
Waar ligt mijn hart? Als ik er één ding uit leer dat werkelijk te maken heeft met geestelijke gezondheid dan is het dit:
We zijn afhankelijk van elkaar.
We hebben elkaar nodig, al zijn we zo fier op onze zelfstandigheid en individualiteit.
10. Kunnen we elkaars therapeut zijn ?
Het zou mooi zijn mochten onze vragen over geluk, liefde, ons leven, onze worstelingen niet zo’n taboe zijn. Niemand ontkent dat het leven zijn ups and downs kent en toch is er veel ongemakkelijkheid als het over die ‘downs’ gaat. Alsof er schaamte moet zijn voor iets dat werkelijk tot ieders leven behoort.
De Wachter ziet een probleem in de ikkigheid van onze wereld. “We zetten zoveel in op autonomie, op alleen succesvol bereiken en dan dreigt de teloorgang van het verbondene”, legt De Wachter uit. En daarin ziet hij wel een gevaar. “Nabijheid en tijd zijn cruciaal in onze tijden, onze maatschappij gaat daar slordig mee om. Gebruik sociale media om af te spreken en elkaar in de ogen te kijken. Er zijn overal wachtlijsten voor mensen die met hun verdriet tegen betaling naar een therapeut willen of moeten. Zou het geen oplossing zijn als we elkaars therapeut wat kunnen zijn?” (Dirk De Wachter, VRT)
“Er zit een lijst van dingen die mensen van mij verwachten in mijn hoofd. Ik ken die mensen niet.” : hier moest ik zooo om lachen, en tegelijk zo herkenbaar !
Ja echt hè!
Mooi geschreven en op allerlei vlakken heel herkenbaar.
Mooi logje. Ik ben ook fan van De Wachter. Jammer dat mijn ouders zijn gedachten over zorgzaam omgaan met elkaar niet snappen.
Ik denk dat onze en de volgende generatie meer kennis van “dagelijkse psychologie” zal hebben, het besef dat we goed zorgen moeten dragen voor onszelf en elkaar. Tenmiste, dat hoop ik echt.